Toen ze uit Jericho vertrokken, volgde Hem een grote menigte. Er zaten daar twee blinden langs de weg die, toen ze hoorden dat Jezus voorbijkwam, begonnen te roepen:
‘Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons!’ Men snauwde hun toe dat ze hun mond moesten houden. Maar ze riepen nog harder:
‘Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons!’ Jezus bleef staan, Hij riep hen en vroeg:
‘Wat wilt u dat Ik voor u doe?’ Ze antwoordden:
‘Heer, open onze ogen!’ Jezus kreeg medelijden en raakte hun ogen aan. Meteen konden ze weer zien en ze volgden Hem.